Leerlingenraad
Inspraak is belangrijk vinden wij. Het gaat op school over ons, dus is het belangrijk dat geluisterd wordt naar wat wij als leerlingen ergens van vinden.
Je kunt lid worden van de leerlingenraad bij jou op school. Als je school nog geen leerlingenraad heeft, onderneem dan actie om dit voor elkaar te krijgen. Wij geven graag tips over hoe je dit aanpakt. Scholen zijn trouwens niet verplicht een leerlingenraad te hebben.
In een leerlingenraad leer je goed samen te werken, op te komen voor je mening, invloed uit te oefenen, op een goede manier contact te hebben met de andere leerlingen die niet in de leerlingenraad zitten en te communiceren.
Je kunt als leerling ook lid worden van de medezeggenschapsraad (MR). Iedere school is verplicht om een MR te hebben. De MR bestaat vooral uit docenten en ouders en soms ook uit leerlingen. Zij vergaderen onderling en met de schoolleiding over het reilen en zeilen op school. De MR heeft op sommige onderdelen het recht om advies te geven en op andere onderdelen wordt hun instemming gevraagd. Geven zij die niet, dan gaat de verandering niet door.
Het is goed dat je als leerling in een officiële raad je stem kunt laten horen. Maar, als dit niet de klas wordt gestimuleerd, dan heeft het weinig nut. Als wij als jongeren moeten leren dat onze stem laten horen belangrijk is, dan moeten we dat op school vooral leren, elke dag en elke les opnieuw. Zo moet je leren dat je niet zomaar iets roept, dat je goed naar anderen luistert en dat je komt met argumenten. Ook is het belangrijk dat je nadenkt over de consequenties van een beslissing en dat je meedenkt over hoe iets beter kan. Wij zijn benieuwd hoe dit op jouw school gaat.
Kinderrechten
Kinderen over de hele wereld hebben rechten. Deze kinderrechten zijn in 1989 door de Verenigde Naties vastgelegd. Het zijn er in totaal 54. Onder kind wordt verstaan: iedereen van 0 tot 18 jaar. Als je er meer over wilt lezen kun je kijken op www.kinderrechten.nl. Er zijn drie rechten die wij hier aanhalen, omdat die gaan over meepraten en invloed uitoefenen.
Artikel 3:
Het belang van het kind moet vooropstaan bij alle maatregelen die kinderen aangaan.
Artikel 12:
Ieder kind heeft het recht zijn mening te geven over zaken die hem/haar aangaan. Die mening moet serieus genomen worden.
Artikel 13:
Elk kind mag zijn mening vrij uiten en moet toegang hebben tot informatie die hem kan helpen zijn mening te vormen.
VN-verdrag Handicap
Mensen met een beperking hebben het recht zelfstandig aan de samenleving deel te nemen. Net als ieder ander. Dit recht is vastgelegd in het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (VN-verdrag handicap), dat per 14 juli 2016 in Nederland geldt. Het VN-verdrag bepaalt onder meer dat mensen met een beperking recht hebben om zelfstandig te wonen, naar school te gaan, het openbaar vervoer te gebruiken en te werken.
Mensen met een beperking
Bij iemand met een beperking denkt men vaak aan een persoon in een rolstoel. Maar er zijn ook veel onzichtbare beperkingen. Zoals mensen die doof zijn of een psychische aandoening hebben. Of mensen met dyslexie of autisme. Ook is niet altijd zichtbaar of iemand een chronische ziekte heeft.
Volgens het verdrag moet de samenleving met al deze mensen rekening houden. Een beperking kan fysiek, mentaal, intellectueel of zintuiglijk zijn en is in principe langdurig van aard. Volgens het VN-verdrag handicap leidt niet alleen de beperking zelf ertoe dat iemand niet aan de samenleving kan deelnemen. Ook hoe de omgeving is ingericht is hierop van invloed.
Inclusieve samenleving
Het VN-verdrag handicap verplicht de overheid te zorgen voor een samenleving waarin iedereen mee kan doen en keuzevrijheid heeft (inclusieve samenleving). Autonomie, gelijkheid en participatie zijn hierbij het uitgangspunt.
Het VN-verdrag schrijft voor dat mensen met een beperking betrokken moeten worden bij besluiten over regelgeving en beleid dat hen aangaat. Dat geldt ook voor kinderen met een beperking.
Drempels
Mensen met een beperking ervaren regelmatig drempels als zij aan de samenleving willen deelnemen. Bijvoorbeeld omdat gebouwen, toiletten, websites of winkels niet toegankelijk zijn. Of omdat zij moeilijk aan een baan of een stageplek kunnen komen. Ook zijn er nog veel kinderen die thuis zitten omdat zij vanwege hun beperking niet tot een school worden toegelaten. He VN-verdrag handicap verplicht de overheid om ervoor te zorgen dat deze drempels worden weggenomen.